zaterdag 1 juni 2024

Het tweedekansonderwijs van Rob van Essen en mij

Deze blogs zijn muziek, maar wel een speciaal soort muziek. Het moet te maken hebben met mijn ervaring van vroeger, toen ik een paar maanden conservatorium deed. Het was een experiment, met hoogstwaarschijnlijk een ingebakken negatieve uitkomst. Eigenlijk wist ik al dat ik te afstandelijk was om muziek te kunnen uitvoeren. Ik wilde dat ook niet, componist worden was mijn doel. Maar hoe kun je muziek schrijven voor uitvoerders als je zelf niet ervaart hoe het is om muziek uit te voeren?

Nu kijk ik veertig jaar later terug en duid ik de rest van mijn leven als 'muziek op afstand'. De afstand van veertig jaar, maar ook volgens een bepaald soort intimiteit, de persoon die ik altijd al was en ben gebleven, van het denken en schrijven als iets dat lijkt op muziek, maar dan op afstand. Die ervaring bepaalt het ritme, de onderwerpen en de verhouding tussen materiaal en uitwerking van mijn blogs.

In eerdere blogs zag ik in schrijver Rob van Essen een geestverwant. Hij had filosofie gestudeerd en kwam terecht in de literatuur. Die overgang is belangrijk voor het filosofisch parcours van bijvoorbeeld Heidegger, maar ook voor mij. Op mijn manier probeer ik afstand van de filosofie te nemen en de literatuur te begrijpen (zoals Agamben zegt) als de plaats waar de waarheid wordt gezegd. En dat is zeker wat Van Essen ook doet, hij zegt de waarheid.

Wat me in zijn nieuwe roman Ik kom hier nog op terug boeit is heel veel, maar in deze blog de betekenis van een afgebroken studie. Van Essen brak zijn studie filosofie af, en je zou zijn roman kunnen zien als een poging om die studie op zijn manier alsnog te voltooien, als een soort tweedekansonderwijs buiten de instituties. Het risico bestaat dat die roman dan verzuipt in een teveel aan reflectiviteit, teveel meta, wat hij vervolgens weer moet compenseren met alledaagsheid en humor. Het zou toch voldoende moeten zijn dat de literatuur de waarheid zegt, laat het begrijpen maar over aan de lezer. Maar als je met die reflectiviteit nu juist vertrouwd bent, is dat een mooi element voor een lezer als ik, de ideeën komen dan op eenzelfde niveau te staan als verhaallijn en de muzikale elementen van de roman.

Ik koester wantrouwen tegen de literaire kritiek, en tegen kritiek in het algemeen. Om iets te kunnen beoordelen moet je toch eerst de ervaring hebben wat het is om te schrijven, en waarom zou je dat dan niet meteen doen? In mijn blogs wil ik liever iets leren van wat ik lees, desnoods door iets te hineininterpretieren, de les is belangrijker dan de correctheid van de interpretatie. Zo kom ik langs twee wegen uit bij mijn eigen tweedekansonderwijs: 1) Ik leer iets van wat ik lees door erover te schrijven 2) op een (a-)muzikale manier, in die muzikaliteit die ik hier muziek op afstand noem.

Behalve aan Heidegger denk ik zeker ook aan Plato. Er wordt over hem verteld dat hij eerst literatuur schreef, tragedies, en na zijn ontmoeting met Socrates zijn werk in de fik stak, en van toen af aan filosofisch proza is gaan schrijven. Ook Plato deed dus aan tweedekansonderwijs, hij probeerde de lessen van Socrates al schrijvend te begrijpen, en dat schrijven kun je zeker ook opvatten als de voortzetting van die verbranding, het verbranden van de tragedies, en de herschrijving van de tragedies als verbranding van het denken.

Het is dus niet vreemd dat ook de roman van Van Essen draait rond verbranding, de waarheid neemt de vorm aan van de verbranding van een mens, maar die mens is hier ook aanleiding of oorzaak om een verhaal te vertellen. Het blijft onzeker of dat verhaal ons helpt om onrecht te bestrijden, en zo wordt de reflectie onderdeel van de literatuur, literatuur als de plaats waar de waarheid wordt verteld, hier in de vorm van een bekentenis.

De bekentenis heeft zeker wortels in de Griekse filosofie, maar vooral ook in het christendom. Het is niet raar als al vroeg in de roman een jongen met zijn moeder langs de deuren loopt om de mensen over God te vertellen, en Zijn plannen met onze boze wereld. Met de bekentenis hoop je een tegenprestatie te leveren waarop je meent dat God recht heeft, het is wel het minste wat je kunt doen tegenover Zijn oneindige genade. Kan zijn dat deze godsdienst achter ons ligt, Van Essen weet dankzij zijn ouders dat we altijd weer terug kunnen naar het geloof, en waarschijnlijk neemt dat dan strengere vormen aan dan het geloof van voorheen. Zo wordt ook het christendom tweedekansonderwijs, voor de meesten van ons tegenwoordig onderhuids en/ of in de toekomst.

Er is dus niets minder dan redding in het spel, redding door genade. Het is op het oog onhelder wat deze godsdienstige inzet te maken heeft met literatuur, hier dreigt al gauw de roman te worden geofferd aan het morele oordeel. Dat oordeel spreekt overigens de genade niet tegen, integendeel. Om genade te verlenen moet eerst helder zijn dat er een flinke overtreding begaan is, er moeten schuld en strafmaat worden vastgesteld, en die wordt vervolgens kwijtgescholden. Er volgt dan bij katholieken zoiets als een fakestraf, die waarschijnlijk vooral bedoeld is als service aan de overtreder, zodat hij zich makkelijker kan overgeven aan de godsdienst en zodat zijn leven makkelijker wordt. Bij Van Essen is dat natuurlijk het schilderen van de bruggen over het IJ, waarmee ook de voorkant van de roman versierd is.

Moeten we ook de roman zelf zo opvatten, als zo'n fakestraf, vergelijkbaar met een pelgrimstocht of honderd keer het rozenhoedje? Nogmaals, niet uit masochisme, maar om het leven makkelijker te maken. Als je een brug schildert weet je wat je elke dag moet doen, en kun je nare gebeurtenissen van het leven achter je laten en je verzoenen met je menselijke beperkingen. Waarom zou je dat geen muziek op afstand mogen noemen? Het is net geen prijzing, net geen verheerlijking van God, daarvoor schiet dit middel weer tekort, het schilderen helpt de man niet echt om zijn verleden achter zich te laten, en de roman speelt zich evengoed buiten de tijd af, als we hem uit hebben voelt het alsof alles ons weer door de vingers is geglipt, en de mislukkingen van vroeger duiken op zeker moment weer op in onze zelfkwellende gedachten.

Even resumeren. Ik gebruik deze roman voor reflectie, zelfreflectie en dat vervolgens weer voor mijn project muziek op afstand. Het is uiteindelijk een positieve variant van dat tekort die me het meest interesseert. Waarom vertel je een verhaal, als je in dat verhaal zegt dat het ontoereikend substituut voor een bekentenis is? Het heeft zeker iets te maken met betovering, we laten ons graag betoveren, dan zijn we 275 bladzijden even verlost van de kwellende zaken van de wereld, van de tijd. Zo zou je muziek ook kunnen zien, via de muziek kunnen we de tijd even stilzetten, het raadsel van de tijd even oplossen, als het ware, oplossen door het alsof, het 'als het ware' uit te vergroten, en zo ook deelnemen aan de tijd, de tijd die behalve fatum ook een raadsel is, een geheim dat zich uit in een speciaal soort waarheid, de waarheid van de kunst of de roman.

Dat mag dan zo zijn voor de muziek, daarmee is het nog niet de muziek op afstand die ik hier probeer uit te voeren. Er is iets in die betovering wat ons niet bevalt, en waardoor we ons er niet aan over kunnen geven, maar misschien ook niet willen. We willen het niet omdat we het niet kunnen, (dat geldt ongetwijfeld voor mij meer dan voor Van Essen) maar we kunnen het ook niet omdat we het niet willen. Er zit iets in het genre roman, als het al een genre is, dat geen poëzie wil zijn, geen zang. De roman is als het ware het tweedekansonderwijs van de poëzie. De roman is muziek op afstand doordat we de betovering overbrengen naar de taal, en wel de taal van de reflectie.

Daarmee slaan we twee vliegen in een klap. We stellen de ideeën buiten werking, en ook de betovering. Je zou dit de fenomenologische essentie van de roman kunnen noemen, we gaan weer ervaren en kijken zonder ons te laten hinderen door zaken die ons afleiden. Zelfs het religieuze mysterie wordt ingezet om deze ervaring op te wekken.

In (op?) de blurb wordt gezegd: 'Ik kom hier nog op terug is een overrompelende roman vol humor over het verlangen te ontsnappen aan de last van het verleden en deel uit te maken van een groter geheel.' De vraag is dus of het ervaren en het kijken je in contact brengen met dat grotere geheel. Datgene wat ik hierboven benoemde met de platoonse term 'deelnemen', methexis. De schrijver moet de eenzaamheid opzoeken, maar er tegelijk op vertrouwen dat hij in al zijn rollen, zelfs als prijswinnaar, deelneemt aan een groter geheel. Dat geldt zeker ook voor mij. Ik heb mezelf uit de muziekwereld gegooid door al na een halfjaar te stoppen met conservatorium, verdien mijn geld als leraar, maar moet in deze blogs erop vertrouwen dat ik deelheb aan een groter geheel.

Het heeft ongetwijfeld iets te maken met die fik. Schrijvers die iets hebben met boekverbranding vind ik op een of andere manier vertrouwenwekkend, behalve Plato en Van Essen ook Vergilius, misschien ook Thomas van Aquino, en Kafka. In de roman wordt verteld dat de ex-studenten Mein Kampf in de fik gooien, waarmee een morele zegen lijkt te worden gegeven aan de boekverbranding. Daarop volgt even later wel de filosofische twijfel: 'Klopt dit allemaal wel? Geef ik daadwerkelijk op regelmatige basis meditatietraining aan verveelde zakenmensen en lopen die over gloeiende kolen naast de plek waar ooit tien exemplaren van Mein Kampf zijn verbrand? Ik wilde niet twijfelen maar kon het niet helpen.'

Van Essen is, zo lees ik uit dit laatste zinnetje, een filosofisch dier, de twijfel domineert boven de verbranding, niet de twijfel als methode, maar binnen het verhaal, om het verhaal op gang te houden en de motieven via de spaghettimethode met elkaar te verbinden, het filosofische dier is getemd door de verteller. Met spaghettimethode alludeer ik op de tijdsopvatting van de man die de ruimte en tijd met machines plooit, er is wel verband, maar de slierten blijven afzonderlijk bestaan. Zo kun je ook letterlijk jezelf tegenkomen als je naar een eerdere tijd in je leven wordt verplaatst.

Toch zou het ook kunnen zijn dat Van Essen een vertellend dier is, dat zijn tweedekansonderwijs resulteert in de opname van de filosofie in de roman, op zijn eigen, persoonlijke, speciale manier, die hij zelfs onderscheidt van zijn eerdere zelf. Hij is nu ouder geworden en overweegt hoe hij door te vertellen zijn filosofiestudie weer oppakt, maar dan beter. Door deel te willen nemen aan een groter geheel.

Overgeplant naar mijn leven vraag ik me af hoe ik een dier kan worden, wat is mijn dierwording? Een teken daarvan is mijn voornemen om te stoppen met deze blogs. Ook maan ik mezelf om meer aandacht voor de ander te hebben als ik met hem spreek, en mezelf iets meer in te houden. Dat mislukt steeds, vaak tot irritatie van die ander. In die zin ben ik een geslaagd dier, wat ik ben komt bovendrijven in mijn pogingen een beter mens te worden. Zoals Van Essen niet wil twijfelen maar het niet kan helpen dat hij het toch doet, schrijf ik steeds blogs, zoals ik ook moeilijke sonates van Beethoven speel zonder dat ik ze echt mooi kan spelen, muziek van een afstand dus.

Het is niet altijd makkelijk om erop te vertrouwen dat ik precies zo moet doorgaan, dat dit mijn leven is. Misschien moet ik die ander meer gaan zien als iemand die me vertelt dat ik misluk, als docent, gesprekspartner, zoals de Romeinse keizers die bij hun triomftocht een slaaf bij hen op de wagen hadden staan, die steeds zei: denk eraan dat je een sterfelijk mens bent! Betekent dit dat ik dan wel slaag als blogschrijver? Nee, niet per se, maar ik merk dat ik wel blijf investeren in dit bijzondere genre dat hier voor mijn ogen ontstaat, met die combinatie van commentaar, reflectie, onleesbaarheid, spaghetti-achtig, met foute saus.

 

Spagheroni Piccante bestellen | Albert Heijn

1 opmerking:

  1. geweldig, veel woorden die verbinden , goed en fout voorbij

    BeantwoordenVerwijderen

Vestdijk en het ritme

Waarom zou je niet schrijven over muziek? Zo geformuleerd ontwijk je de vraag die meer voor de hand ligt, en waarop je waarschijnlijk reagee...