maandag 4 december 2023

Profanatie van Cage

Dat muziek samenhangt met afstand is ongetwijfeld mijn ding. Met muziek heb ik nooit de afstand overwonnen, waardoor muziek dus blijkbaar voor mij afstand impliceert. Zo wordt muziek voor mij een spiegel waardoor ik kan kijken naar wie ik ben, via de muziek.

Dat gezegd hebbend, zie ik toch ook weer niet zoiets als een zelf. Ik verlies me graag in ervaringen met bijvoorbeeld bluetooth speakers. Ik zet ze vlak bij me, maar dat bevalt me niet zo. Dan twee meter verder, zo, al beter. Die speaker moet ook nog op afstand van zichzelf staan, nog beter. Eentje erbij kopen, misschien doe ik dat straks weer, en dan heb je stereo, oud-Grieks voor 'ik beroof'. De speaker wordt beroofd van zichzelf, en via die afstandelijke beroving word ik meteen meegenomen, beroofd van mezelf.

Soms laat ik me meenemen naar een live performance. Zelf zou ik daar niet zo gauw heengaan. Immers, die afstand hè. Ik kwam met Inez terecht bij orgelconcerten in Duitsland, en met Jon bij Bachcantates in Arnhem. Geen probleem, ik kan die muziek later altijd weer afspelen op mijn streaming, of gewoon laten voorbijgaan. Dat is het mooie van muziek, het gaat voorbij terwijl het speelt.

De overeenkomst met zenmeditatie is frappant. Dat moet ook ooit componist John Cage gedacht hebben, toen hij zich in Californië laafde aan de oosterse (voor hem dus westerse) spiritualiteit. Stilte bestaat niet. Lelijk bestaat wel, maar bij nader inzien toch ook weer niet. Zo kun je gewoon een muziekboek openslaan, ontdekte hij als jonge theologiestudent ooit (net zoals ik, Cage komt nu gevaarlijk dichtbij), en spelen. Oefenen is eigenlijk niet nodig. Er klinkt wat je speelt, of je speelt gewoon niet en toch klinkt het.

Zo vertelde componist en docent (wijlen) Jos Kunst dat ik Cage moest beschouwen als opvoeder. Hij voedt ons op tot het luisteren naar toeval, naar wat klinkt en voorbijgaat. Het zou kunnen dat dit iets verklaart over mijn eigen weg als opvoeder, dat ik nu als opvoeder voor de klas sta. Maar het zou ook kunnen dat ik daardoor beter begrijp dat ik liever geen opvoeder ben, en dat Cage dat liever ook niet was.

Een opvoeder wil de afstand opheffen door die in scène te zetten en de ander te betoveren. Dat noemde filosoof Walter Benjamin aura, de ervaring van verte, die verdween met de komst van de technische reproduceerbaarheid. Nu ik dus eerder de omgekeerde ervaring heb, dat mijn speakers me de 'beroving' bezorgen die me bij de afstand brengt, gebeurt er zeker ook iets met de opvoeding. Van belang is dat we de muziek kunnen aanzetten en weer uitzetten. We kunnen de muziek aanzetten en toch doen alsof er geen muziek is, waardoor we de muziek ook hebben uitgezet. Daarvoor heb je nauwelijks kennis of vaardigheden nodig. Er klinkt altijd wel iets, of je nu opgevoed bent of niet.

Gisteren nam Inez me weer mee naar een uitvoering, door pianiste Hanke Scheffer en mezzosopraan Berber Vis in een café. Door toeval (maar wat is toeval nog als Cage wordt uitgevoerd) zaten we zo ongeveer op twee meter afstand van de musici. Nauwelijks afstand. Hanke had ooit in onze huiskamer een concert gegeven, en ze kende ons nog van gezicht, zei ze. En ze had me ooit gevraagd een blog te schrijven bij een andere uitvoering. Dichter bij mij kon ze nauwelijks komen.

Zit ik toch weer een blog te schrijven, ditmaal niet op Hankes verzoek, maar als iets dat komt, ja waarvandaan. De betoverende ervaring van muziek op afstand. Waar dan die afstand zit, in dit geval? Ik ervoer die misschien het sterkst vlak voor het begin. Je zat daar in dat café, helemaal vol, en dat op zondagavond. Het leek alsof er iets te gebeuren stond, en dat terwijl iedereen - of bijna iedereen - er voor dat concert kwam. Door dat café bleef je toch, al was het maar een klein beetje, denken dat het gewoon een café was, en dat de muziek die ging klinken ook evengoed niet had geklonken. Gesymboliseerd door de gesloten klep van de piano waarop Hanke klopte, bij de beroemde Joyce-bewerking van Cage.

Waar ik bij uitkom is dat er door al die opvoeding en inleiding iets speelt dat ons wegleidt van de opvoeding, evengoed een uitleiding als een inleiding. De hoge cultuur (ook Alma Mahler, Zemlinsky) wordt in onze onmiddellijke nabijheid gebracht en daardoor - zoals filosoof Agamben zou zeggen - geprofaneerd, het verliest iets van zijn sacrale onaantastbaarheid. Ik kon na afloop gewoon naar Hanke toestappen en vragen of ik die partituur van Vasks even mocht bekijken. Ik zag het notenbeeld, voor mij toch meestal met onttoverend effect. Ach, het zijn gewoon noten!

Als dingen voorbijgaan, en muziek doet dat, dan spelen inleiding en uitleiding, sacralisering en profanatie, misschien wel altijd door elkaar. Hanke en Berber symboliseren met hun muziek de winter, je ziet het buiten sneeuwen. Daarna stap je naar buiten, je belandt weer 'voor de tempel', waaraan het woord profaan herinnert. Het is sneeuw, gladde sneeuw die morgen weer vies zal zijn, overgaat in regen.

Preparing Your Piano for Winter - East Coast Piano Rebuilding

Het geluk van de film Maestro

Wat ik hier zeker ook probeer te doen is achterhalen waar de titels van mijn blogseries op slaan (als ze al ergens op slaan). Ze zijn min of...