zaterdag 19 oktober 2019

Berceuse (slaapliedje)

Helaas kan ik de titel niet meer terugvinden van het luisterboek over Chopin. Ik leen die boeken altijd en nog half in de slaap, of in de nerveuze stemming van de nacht, verwijder ik het boek als ik weer zin heb in een ander boek. Ik krijg altijd maar flarden mee, want ik luister die boeken vooral om in slaap te komen en ben dus blij als ik er maar weinig van heb meegekregen.

Wel weet ik nog dat het een vertaald boek van een Franse schrijver was. Hij vertelt hoe hij een beroemde pianolerares bezoekt met de vraag of zij hem les wil geven. Hij wil geen beroeps worden en hoopt op haar clementie. Maar eigenlijk hoopt hij helemaal niet op haar clementie, want anders was hij wel niet juist naar haar gegaan. Ze scheldt hem de huid vol als hij zegt dat hij naast zijn drukke studies maar liefst een uur per dag wil pianospelen. Een uur per dag? Ga je schamen! Dat zeg je toch ook niet als je een studie doet? Zelf speelde de madam tien uur per dag, en nog vond ze zichzelf geen goede pianist.

Daarna krijgen we een relaas over de betekenis van pianomuziek en hoe de componisten daarmee omgingen. Bach interesseerde het niets welk instrument iemand gebruikte om zijn muziek uit te voeren, Beethoven vond de piano het beste substituut voor het orkest, en pas Chopin schreef bijna uitsluitend voor de piano, en richtte zich volledig op de mogelijkheden van dat instrument.

Of het waar is wat madam zegt laat ik even in het midden, alleen al omdat ik bij haar uitleg (ondanks haar uitleg) in slaap viel. Waar ik naartoe wil is dat ik met een gelijksoortig probleem zit. Ik wil graag over muziek schrijven, maar doe dat in een blog. Daardoor dringt zich al gauw de gedachte op dat de blog hoogstens een goed substituut is van de muziek. Lukt het me om zo over muziek te schrijven dat ik de mogelijkheden van het genre blog goed benut?

Welnu, een van de technieken die ik daarvoor inzet is dat ik tamelijk uitvoerig weergeef wat ik heb beleefd. Daarvoor heb ik ooit zelfs een aparte blogserie ontworpen, 'Oefeningen in wat ik zoal meemaak'. Blog is geloof ik een afkorting van weblog, en heeft dus iets met logboek te maken. Het verschilt van een dagboek doordat je het niet voor jezelf schrijft, maar om anderen inzicht te geven in wat jij hebt meegemaakt. Een blog lijkt op een column, maar het verschil is wat mij betreft dat in een column een gedachte centraal staat, hij moet heel kort zijn en ook deel uitmaken van een krant of iets dergelijks. Een blog staat in een serie van andere blogs die op datum gerangschikt staan. Niet de gedachte staat centraal, maar de arbeid aan die gedachte. Ook is de connectie met de registratie steeds te merken. Ik registreer wat er in mijn brein omgaat, met weinig of geen censuur. Ook dat is een verschil met de column. Daar kun je aan blijven schaven, net zolang tot het lijkt alsof je het spontaan ter plekke bedenkt, terwijl iedereen weet dat het niet zo is.

Er komt nog iets bij. In deze blog schrijf ik over een roman over muziek. Ik blijk dus de indirecte weg niet te schuwen. Iets meer Beethoven dus dan Chopin. Maar ook daar kun je vraagtekens bij zetten. Stel dat Chopin ineens zou opduiken bij die madam. Hij zou misschien zeggen dat hij eigenlijk altijd maar drie uur per dag speelde. Ook was de piano voor Chopin een soort theateroptreden. Als kind was hij altijd al geboeid door theater, en liefst was hij acteur geworden. Ik weet niet meer waarom het daar niet van kwam, maar wel dat Chopin later als pianist zo opzag tegen piano-optredens dat hij dat in zijn hele carrière maar iets van dertig keer heeft kunnen opbrengen. Hij was dus vooral componist maar ook leraar. Hij werkte dus via via, via leerlingen in zijn geval. De parallel doortrekkend, kun je zeggen dat ook de madam viavia werkte, en dat zij slechts in tweede instantie pianist was, in eerste instantie personage in een roman.

Geleidelijk komen we tot het inzicht dat muziek op afstand mogelijk is door gebruik te maken van de indirecte weg. In die zin is ook deze blog muziek op afstand. Dat heeft iets postmoderns, een tekst over een tekst over een scheldpartij over.... Chopin, die uiteindelijk misschien wel niet echt over Chopin gaat, laat staan over zijn muziek.

En toch, en toch geloof ik dat de kracht van muziek juist erin schuilt dat ze afstanden kan overbruggen. Iets van de muziek van Chopin dringt door tot in de verste uithoeken, ook van deze blog. Terwijl u leest valt u in slaap, of misschien hoort u vlak daarvoor nog weer even die fantastische Berceuse in uw hoofd, met dat repeterende motief in de linkerhand, de geleidelijke versnelling in de rechterhand die daarna ook weer tamelijk snel tot rust komt. Ik zou die Berceuse best een blog durven noemen. We zien een dromerige Chopin voor ons, die even genoeg heeft van alle spanningen. In slaap vallen lukt maar moeilijk, en hij heeft de muziek hard nodig. ... (bent u er nog...)....

Afbeeldingsresultaat voor copin mort

dinsdag 1 oktober 2019

De strauß van André Rieu

André Rieu werd zorgvuldig gebracht door zijn vader. Die heb ik een paar keer zien optreden met zijn Limburgs Symfonie Orkest, met dezelfde afkorting als dat van Londen. Het is in Limburg altijd belangrijk hoe groot je bent. Het is niet alleen een constatering, het is ook je verantwoordelijkheid, die van de symbolische vader jegens zijn kinderen.

Vanochtend bleek de verhouding tussen senior en junior opnieuw niet erg hartelijk. Het is dus van belang dat junior dat compenseert. Zo gaat hij rond door zijn stad. Hij kiest voor zijn volk, de mensen die met hem op de foto willen. Er treedt symbiose op.

Je zou dit allemaal fascistisch noemen wanneer het over politiek ging. De kritische journalisten moeten van Rieu maar achter een boom gaan zitten wanneer ze niet willen mee lachen en huilen. Of anders zet hij hen voor schut op het podium. Maar het is geen politiek. Rieu gaat rond door de wereld. Hij gaat door diepe dalen en over steile hoogten. En wij met hem, op afstand.

Ben je erbij, dan is die afstand er niet, tenzij je zonodig kritisch moet zijn. Of dus die vader. De vader bezocht ooit een concert van zijn zoon, in Heerlen of all places, en vertrok halverwege. Hij schreef een brief aan zijn zoon waarin hij toch afstandelijk diens grootheid erkende. Een brief! Een bizarre omkering van de brief van Kafka aan zijn vader. Of je beschouwt alle concerten van junior als een gigantische stapel brieven aan zijn vader.

De vraag moet dus luiden: hoe kunnen we op afstand bij André Rieu junior zijn? Regelt hij op een nog onvermoede wijze zelf voor ons die afstand zodat we niet in de symbiose verdwijnen? Voor mij is dat wat je enigszins bloemrijk zou kunnen betitelen als de bloembos (strauß) aan herinneringen. In mijn herinneringen klapt steeds de connectie met Rieu junior open zodat zich keer op keer de afstand ontvouwt.

Zo zijn er de diverse stations waar Strauß-walsen ten gehore werden gebracht. Leiden Lammenschans op 1 januari, blikken geluid. Heerlen voormalig station, André Rieu klinkt door de speakers om de junks te verdrijven. De walsen beschikken over exorcistische kracht.

Andere herinnering: André Rieu senior dirigeert het vioolconcert van Tsjaikovski, met wijlen Herman Krebbers als solist. Ik zit er als kersverse vijftienjarige met vader en vrienden, de kitscherige melancholie van het concert dringt volledig tot me door. Je moet kind zijn om van Tsjaikovski en Strauß te houden, en later kun je altijd weer terugvallen op de herinnering voor het juiste melancholische gevoel. De herinnering wordt een afstand die keer op keer wordt doorkruist. In melancholie ga ik via de zoon naar de vader, en via de vader naar de zoon.

Derde herinnering, derde aspect van de afstand die me van Rieu scheidt terwijl ik erbij ben. Het is jaren negentig, carnaval, ik ben met vrienden in Maastricht. Op maandagochtend loop ik, brak en al, langs het Onze Lieve Vrouwenplein. Daar speelt het Maastrichts Salonorkest, met de jonge Rieu als grote inspirator. Dit is Maastricht zoals ik het me voorstel, het beetje chique Maastricht. Inmiddels heb ik deze dagen ook het proletarische Maastricht gezien (kettingbieren om vijf uur 's middags), en het toeristische Maastricht (bonte fruitversierinkjes op de hoeden). Ik ben kortom de passant, zoals ook Rieu zelf zo vaak de passant is. 'Hallo!'

Herinneringen, daarin schuilt het effectieve tegengif tegen de symbiosedwang van Rieu. Ik ontsnap uit het moment, keer terug naar het verleden, en hoor de muziek op afstand, exorcistisch, melancholisch en in het voorbijgaan.

Afbeeldingsresultaat voor andré rieu senior







Het geluk van de film Maestro

Wat ik hier zeker ook probeer te doen is achterhalen waar de titels van mijn blogseries op slaan (als ze al ergens op slaan). Ze zijn min of...