zondag 13 juni 2021

Coronamuziek - Uitbraak of nadering met Ralph van Raat

Ik houd van etudes. Het zijn vaak stukken die stoer beginnen. Kijk eens wat ik kan. Er zitten vaak gebroken akkoorden in, en vroeg of laat komen er toonladderachtige sequenties in voor. Dat zijn zo de gewoontes die bij het genre horen.

Vandaag was na coronarust Ralph van Raat aan de beurt. Bij zijn optreden aan de Waal in Nijmegen bleek al gauw dat de componisten niet hadden stilgezeten tijdens de corona. Het stoere gebaar was er meteen toen Van Raat de Techno Etudes van Karen Tanaka aanvloog. Gastheer Rob van der Sandt kondigde al aan dat Van Raat zelf de nodige toelichting zou geven. Daaruit viel van beide kanten een zekere gretigheid te bespeuren. De gastheer en de pianist wilden ons laten delen in iets van de muziek, iets rond de muziek. Verbale gebaren.

Ik zou die verhouding haast concerto willen noemen, de wedijver tussen de muziek en het woord. In Nederland neemt dat woord de vorm aan van uitleg, zeker, maar nooit zonder humor. We worden overdonderd door de etudes, maar punctum contra punctum, dat ook weer. Er moet dus humor bij, lichtheid en een beetje interactie. Bij Amerikanen mag het vet, er worden poetsdoeken glissando over het klavier getrokken zodat de glimlach plaatsmaakt voor ons kent ons.

Waarom houd ik toch zo van etudes? Het zijn schijnvertoningen, de e- van etude is in het Latijn en in onze taal gewoon de s-, de etudes zijn een manier om iets te studeren, te oefenen. Hier in deze blogs heb ik op me genomen om afscheid te nemen van dat oefenen, het was een tijd geleden iets in een naburige serie, de oefeningen in wat ik zoal meemaak. Etudes zijn er om iets anders te doen dan studeren. Bach gaf dat al aan. Hij schreef zijn inventionen en symphonien als studiestukken, maar schreef stiekem muziek.

Als ik goed geluisterd heb, gebeuren er in etudes dus sowieso die twee dingen, het oefenen, en onder het mom daarvan, het musiceren zelf. Alsof het musiceren niet kan zonder bedrog, alsof er iets van afstand moet worden ingebouwd om muziek muziek te laten zijn, muziek dus op afstand.

Ik telde van Karen Tanaka ongeveer vijf stukken met een stevige bas die ostinato bleef doordenderen, terwijl er stevige tegenaccenten in de rechterhand werden neergezet. Dat is corona, zei Van Raat, en ik denk dan: de koeien die van gekte gaan springen als ze in het voorjaar uit de stal mogen. Componisten hebben het voorrecht dat ze niet hoeven te wachten, ze mogen al springen als ze opgesloten zitten, in hun geest, hun verlangen, hun verbeelding.

Tegenover die vijf stukken een stuk in het hogere register, met meer rust. Ook daar minimalmotieven. Tanaka was ooit verhuisd van Parijs naar Californië, en dan zijn oorzaak en gevolg moeilijk te ontwarren. Ze maakte, zei Van Raat, Franse stukken met kleur, à la Ircam, maar in Californië stukken à la Adams. Hard, ritmisch, kosmisch. Maar dus vijf tegen een, ook een stukje hoger register met meer rust.

Zouden we juist in dat stuk de corona dichter hebben genaderd? Wilden we ons in de corona confronteren met ons verlangen, onze verbeelding, dus ongebreideld vitalisme? Of hebben we af en toe niet ook getingeltangel gehoord, waarbij we de rust der engelen genoten? Ik ga voor de verhouding, als een tegen vijf getingeltangel is, dan geef ik me makkelijker over aan die vijf stevige ostinato's. Of misschien wel andersom, want bij etudes weet je het nooit.

Bach Invention for Alto and Tenor Saxophone by Johann Sebastian Bach


Het geluk van de film Maestro

Wat ik hier zeker ook probeer te doen is achterhalen waar de titels van mijn blogseries op slaan (als ze al ergens op slaan). Ze zijn min of...