Mondriaan kunnen we haast niet anders zien dan als reductionist. Hij wilde de natuur op zijn doek terugbrengen tot haar essentie. Hoe minder hoe beter. Daarom is het ook niet minder dan logisch dat ik deze zomer eerst met Inez het museum Villa Mondriaan in Winterswijk bezocht (zie deze blog), waar Mondriaan woonde vanaf zijn achtste levensjaar, en enkele weken later met vriend Cor terechtkwam in het Mondriaanhuis in Amersfoort, waar Mondriaan geboren werd. Terug naar het begin, terug naar de essentie.
In Winterswijk probeerde ik de late Mondriaan terug te projecteren op de vroege. De kleurblokken plus zwarte lijnen speelden een spel van voor- en achtergrond, en van balans plus dynamiek, dat ik terugzag in het vroege schilderij van de kerk van Winterswijk. Bij vroege schilderijen met beek, boerderij en schaduwpartij werd uitgelegd dat de beek voorgrond was, mede dankzij die boerderij en schaduwpartij aan weerszijden. In zijn latere, bekende werk werd die beek de zwarte lijn. Concluderend zou je kunnen zeggen dat de zwarte lijn de essentie is. Zonder beek of zwarte lijn is Mondriaan geen Mondriaan meer, en de boerderij geen boerderij.
Nu had ik nog een andere factor in mijn achterhoofd, en wel de muziek. Zonder muziek is deze blogserie ('Muziek op afstand') niet meer deze blogserie, en jazeker, zonder muziek is Mondriaan geen Mondriaan meer. In Amersfoort sturen ze de bezoekers met pijltjes en een routekaartje door acht ruimtes, maar al in de eerste ruimte word je met je neus (oren en ogen) gedrukt op het samengaan van schilderijen en muziek. Ik denk dan meteen aan boogiewoogie (zie ook mijn vorige Mondriaanblog), zijn laatste jaren toen hij naar New York was gevlucht, maar Mondriaan zette eerder al leuke plaatjes op, daarbij kettingrokend. Het museum vertaalde dit in een zeer dynamische animatie met Mondriaanmotieven, vergezeld van muziekfragmenten.
Je moet een beetje geloven in synesthesie. In de wereld word je zelden bediend via maar een enkel zintuiglijk kanaal, de kanalen combineer je meestal. En waarom zou je dat dan niet ook in de kunst doen? Ik moest denken aan de Russische componist Skrjabin, toch min of meer een tijdgenoot van Mondriaan en evenals hij hevig geïnteresseerd in theosofie. Dat is een stroming die de religies en filosofie terugvoert op gemeenschappelijke bronnen, die ons al vele eeuwen op versluierde wijze van kennis voorzien, en die wij alleen maar hoeven te ontsluieren. De bestaande godsdiensten en filosofie moet je daarvan dan weer beschouwen als synthese. Van synesthesie naar synthese is de weg heel kort. Skrjabin bijvoorbeeld geloofde dat zijn muziek zelf al kleuren bevatte, die hij alleen maar hoefde te ontsluieren door gekleurde lichten bij de uitvoering van zijn muziek te plaatsen, een lichtorgel.
Zo kun je ook weer beter begrijpen waarom Mondriaan (bij mijn weten) geen aanwijzingen gaf om muziek te laten afspelen bij zijn schilderijen. In die schilderijen zat die muziek wellicht zelf al op versluierde wijze, zodat je die muziek er evengoed wel als niet bij kunt laten horen. Ik moet denken aan de dynamiek die hij opwekt met zijn statische figuren, door ze bij elkaar te plaatsen. Juist ja, synthese die wacht op ontsluiering door de toeschouwer. De schilderijen brengen je bij de essentie der dingen maar je moet wel gevoelig zijn voor die dynamiek. Dan zou je de boogiewoogie al kunnen zien lang voordat Mondriaan het in New York schilderde, en is het misschien ook niet zo erg dat hij het niet kon afmaken. In essentie is het de toeschouwer die het schilderij voltooit.
In Amersfoort werden we tot slot nog getrakteerd op een uitsmijter. Met Victory Boogie Woogie luidde Mondriaan volgens de toelichtingen een soort nieuw begin in, een manier van schilderen waarbij de zwarte lijn ontbrak. Er werd zelfs gesproken van 'vernietiging van de zwarte lijn'. O, maar die zwarte lijn was toch de essentie van zijn schilderijen (zie hierboven)? Wat is dan dat nieuwe begin? Is Mondriaan dan nog wel Mondriaan? Het accent valt nu op de kleuren, er zijn nog wel figuren, maar die verdwijnen als het ware naar de achtergrond.
In de laatste zaal werden we toegesproken door een man met een Frans accent. Hij wilde dat we met legoblokjes onze eigen Mondriaan aan de muur gingen maken. Kijk, nu krijgt de toeschouwer wel heel veel regie in handen, misschien om mij met mijn interpretatie in problemen te brengen. Als de toeschouwer de essentie bij Mondriaan moet ontsluieren kan hij evengoed wat gaan knoeien met lego. Maar zo gauw gaf ik me niet gewonnen. Ik raakte met de Fransman in een socratisch gesprek verzeild, waarin ik hem probeerde uit te dagen zijn visie op het zwartelijnmysterie te geven. Hij praatte met veel vertakkingen en zonder zwarte lijn. Cor keek geduldig toe, maar vond het op een gegeven moment welletjes: 'We moeten gaan'.
Nu, een dag later, vraag ik me af of we met deze ervaring niet toch op een bepaalde manier aansloten bij Mondriaan. De Mondriaan van de strikte kaders was al op afstand geraakt, de zwarte lijn was vernietigd en daarmee ook de voorgrond en het kader. We zagen maquettes van zijn atelier alsmede Mondriaans opvatting dat hij zijn atelier zelf als kunstwerk beschouwde. Nog een stap verder en het museum was zelf ook Mondriaan. En wij dan? Wij, Cor en ik, wij hoorden toch ook even bij dat museum? Waren wij de voltooiers? En hoe hielp de Franse legoman ons daarbij?
De Fransman zag een sleutel in de relatie tot Klimt. We denken dan al snel aan De kus, waar kitsch samengaat met liefde, tendresse. De Fransman zag in de abstracte schilderijen van Mondriaan een tedere liefdesgeschiedenis. De zwarte lijn, zei de Fransman, is de dood, het fascisme. Die wilde Mondriaan in New York niet meer toelaten in zijn schilderijen, dat was echt iets voor Europa. En hij overleed in 1944, toen de Duitsers nog niet verslagen waren. De vernietiging van de zwarte lijn, denk ik dan, moeten we opvatten als een oorlogshandeling. De tedere kus is een doodskus.
mooie blog, leuk om te lezen wat ik heb meegemaakt🙂
BeantwoordenVerwijderen