Een lichte aarzeling zojuist, bij Cherry Duyns op de radio. Was hij een vriend van Reinbert de Leeuw? Tja, een vriend, dat zou ik niet zeggen, zegt hij. Hij zette voor mij de poorten open naar... Daarna de beroemde Bach-aria Aus Liebe, en de documentaire die Cherry maakte over...
Ik schrijf zowat gelijktijdig met wat ik hoor, uit ongeduld, en omdat ik graag mijn leven wil beleven als iets wat samenvalt met de vorm. Niet per se een mooie vorm, een vorm die gelijk opgaat met wat ik meemaak. Zo raakt wel Reinbert de Leeuw op afstand, en ook Bach.
Cherry Duyns maakte de serie documentaires in de jaren negentig, waaronder die over de Russische componiste Oestvolskaja, die voor mij zowat heilig was, en waarover ik vijftien jaar later een artikel schreef, dat in het boek van Inez Vreemde aanrakingen is verschenen zelfs. Een blog zeg maar, over een documentaire, die door documentairemaker Duyns ging over Reinbert de Leeuw, die Oestvolskaja opzocht, een componiste die we bijna niet te zien krijgen.
Kan muziek die je alleen kent uit een documentaire en van een componiste die niet gezien wil worden je raken?
Misschien niet, het is allemaal erg riskant. Misschien wel daarom wordt er flink doorgetimmerd van de andere kant. Duyns praat inmiddels over zijn jeugd in Wuppertal en hoe hij in Nederland kwam, wat voor hem ingewikkeld was, 'Duitse' jongen immers, en dan maar gitaarmuziekje in het radioprogramma nu, zometeen verder.
... (gitaarmuziekje)...
Ha, intussen kan ik natuurlijk gewoon doorschrijven. Terugkijkend op Oestvolskaja, mijn vreemde aanraking, is zij ook zeker een componiste die behoorlijk hard kan timmeren, en dan ga je anders denken over de afstand. We zitten in radio 4, klassieke muziek, intellectuelen, Vpro, atonale muziek, Rusland, allemaal tekenen van afstand, we raken verder weg, en het getimmer van de andere kant getuigt alleen maar meer van die afstand. Ho eens, waar ga je heen? HIER ZIJN WIJ (nadruk)!
Het moet eind jaren tachtig geweest zijn, we zaten in de Kleine Komedie, Herenleed werd nog uitgevoerd door de authentieke acteurs, Cherry Duyns met Armando en Johnny van Doorn. Allemaal hartstikke leuk, maar ik had kiespijn. Je wist dat dit het moment was om iets mee te maken waarover je 35 jaar later een blog zou kunnen schrijven, maar die kiespijn!
...(Bruckner, begin Zevende Symfonie)...
Duyns legt uit dat hij met Armando een gemeenschappelijke grondtoon had, daarom konden ze die programma's maken. Wat is dat, grondtoon? Dat heeft zeker te maken met gevoel voor humor, een bepaalde rolverdeling, Armando was vijftien jaar ouder en liet Duyns dingen zien in musea. Ze kwamen elkaar tegen bij de Haagse Post. Ze schreven over kunst en cultuur.
Duyns speelde oorspronkelijk de bedeesde man, Armando de man uit de hoogte. Het was Armando die voorstelde om de rollen te wisselen. Zo zien we nu nog steeds Duyns, de man die het allemaal weet terwijl hij niet anders kan dan de oudere Armando in zijn hoofd hebben. We zijn kennelijk in hun hoofden gedoken en zijn hartstikke dichtbij.
De muziek lijkt ook dichtbij, we kunnen al zo lang niet meer luisteren naar het Adagio van Barber zonder Herenleed erbij te denken. Het Adagio zelf is daarmee op afstand geraakt. We hebben iets nodig dat nog sterker is dan het oude Herenleed om het Adagio zelf weer te kunnen beluisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten