zondag 24 augustus 2025

Mijn orgelpunt - Wittgenstein over muziek

Om goed muziek te kunnen spelen of beluisteren moet je niet te veel nadenken. Daarom kan het heel goed zijn dat mijn afstandelijke verhouding tot muziek iets te maken heeft met mijn vertrouwdheid met filosofie. Dat zou meteen ook verklaren wat ik hier aan het doen ben, minstens gedeeltelijk. Het lijkt of ik me als wetenschapper opstel, door een bepaald fenomeen onder de loep te nemen, 'muziek van een afstand'. Maar in werkelijkheid is het gecompliceerder. Ik heb geleidelijk ontdekt dat ik niet veel heb met wetenschap. Het gaat me meer om filosofie.

Haast automatisch kom ik dan uit bij filosofen die over muziek nadachten. Een verrassende naam in dit verband is Wittgenstein. Hij is bekend van zijn gedachten over taal, minder van muziek. Nu heeft een Duitse componist (Walter Zimmermann) een boek samengesteld met opmerkingen van Wittgenstein over muziek, en die netjes per onderwerp bij elkaar gezet. Zo is er toch ineens een boek van Wittgenstein over muziek. Mijn ambitie: met behulp van Wittgenstein een stap verder komen in mijn denkproces dat zich hier in deze blogs voltrekt.

Als ik zo uit mijn hoofd de inzet van Wittgenstein met zijn filosofie zou moeten benoemen is dat het opruimen van de taal, zodat we met de taal beter kunnen leven. We worden met name gehinderd door allerlei misverstanden als we met elkaar praten. Als we die ophelderen, wordt de taal transparant en kunnen we die gebruiken. Filosofie moeten we hier opvatten in de zin van logica, maar uiteindelijk meer nog als ethiek. Het gaat niet om de taal, het gaat erom dat we een goed leven leiden, uit het leven halen wat erin zit.

In deze blog wil ik - zoals eigenlijk altijd in mijn blogs - een bepaald punt benoemen waarvan ik het idee heb dat het belangrijk is, voor mezelf maar misschien ook voor jou. Dat is hier die idee van het misverstand. Als je de taal als een kamer ziet, waar je alle rommel wil opruimen, dan lijken de misverstanden die rommel, iets puur negatiefs. Maar je zou evengoed kunnen denken dat je die rommel nodig hebt om je kamer te kunnen opruimen. Zonder rommel geen opruimen. Dan staan die misverstanden ineens centraal. Je zou misschien kunnen zeggen dat we om goed te kunnen leven gebruik moeten maken van de misverstanden. Dat is ook wat Wittgenstein volgens mij doet. Hij gaat op zoek naar misverstanden, om ze te kunnen opruimen.

Ik kwam op dit idee omdat ik in het boek van Wittgenstein het volgende las:

'Kun je iemand bevelen om een zin te begrijpen? Waarom is het onzin om te zeggen: 'Begrijp dat!'? Maar wanneer iemand me zegt: 'Begrijp deze Griekse zin!', kan ik het bevel wel opvolgen, doordat ik Grieks leer, + de zin dan begrijp. Is dat het waarom men me 'begrijp dit!' zegt - omdat je dit niet zonder meer kunt uitvoeren? Maar toch kun je iemand, die nooit fluit heeft leren spelen, bevelen: 'Blaas dit stuk!' Is het niet hierom, dat 'Begrijpen' geen activiteit is?  ('Breng pijn bij je teweeg!' - niet: 'Heb pijn!')'  (Wittgenstein, Betrachtungen zur Musik, p. 56)

Deze zin vat ik bijna persoonlijk op, omdat ik mezelf op een bepaald moment, in mijn jeugd, ben gaan zien als gehandicapt. Ik was niet in staat om tot muziek een intieme, directe relatie te hebben, alleen een verstandelijke. Mijn leraren zeiden soms dat ik wel de noten speelde, maar niet de muziek. Misschien was er een misverstand in het spel. Ik vatte hun opmerking op als een stand van zaken, ik was niet in staat om muziek te begrijpen, of als een bevel: begrijp deze muziek! Misschien heb ik iets te snel de conclusie getrokken dat ik niet in staat was tot het begrijpen van muziek.

Wittgenstein zou ik langs deze weg kunnen inzetten als een therapeut, iemand die me het zelfrespect teruggeeft dat ik lang geleden ben kwijtgeraakt. Ik moet de taal rondom mijn muzieklessen nog eens rustig overdenken, en kan mijn verhouding tot muziek dan anders benoemen, positiever.

Toch bevredigt deze benadering me niet helemaal. Ik weet niet goed of ik wel zo'n opgeruimd leven wil hebben, waarin alle misverstanden zijn opgehelderd. Zoals gezegd, het lijkt er soms op dat misverstanden niet alleen maar negatief zijn, maar een soort voorwerpen waarvan je kunt houden. Bijvoorbeeld omdat ze grappig zijn, of omdat je het fijn vindt om een bepaalde activiteit te doen, in dit geval opruimen. En als Wittgenstein zegt dat begrijpen geen activiteit ('Tätigkeit') is, dan zou ook na het begrijpen weer de vraag kunnen opkomen wat je eigenlijk wil doen. Je kamer opruimen bijvoorbeeld, of een blog schrijven.

Therapeuten hebben soms de neiging om je voor van alles te waarschuwen. Dat beluister ik ook in de volgende opmerking van Wittgenstein:

'Dat zijn de gevaarlijke betekenisverschuivingen 'ik hoor de muziek', 'ik hoor de piano', 'ik hoor hem pianospelen'. (p.57)

Ja, de betekenis verschuift, dat zie ik ook wel. Maar waarom 'gevaarlijk'? Waarom niet gewoon 'leuk', 'interessant'? Omdat Wittgenstein een serieus muzikaal leven wil leiden, met volledige toewijding. Misschien heb ik dat doel niet, ben ik iets minder serieus.

Dat sluit niet uit dat ik op mijn manier Wittgenstein kan gebruiken. Mijn manier heeft te maken met nieuwsgierigheid en plichtsbesef, twee dingen waar ik goed in ben. Maar ik zou graag plezier beleven aan de dingen die ik meemaak, en denk eigenlijk dat ik dat plezier ook wel ervaar. Om me dat vervolgens eigen te maken zou ik eens Wittgenstein minder plichtmatig kunnen lezen, gewoon stukjes hier en daar.

Zimmermann was me al erg behulpzaam, bij nader inzien, hij heeft gewoon stukjes van Wittgenstein over muziek bij elkaar gezet.

Een ander idee, dat ik bij Wittgenstein vandaan haal: mijn plezier was bij het lezen al een 'orgelpunt', iets dat de hele tijd bij mijn lezen en mijn denkproces zat. Een orgelpunt is een langgerekte, lage toon, vaak dicht voor het eind van een stuk, in een orgelstuk gespeeld met het pedaal, of per analogie door andere instrumenten. Plezier is niet mijn doel, het was er al en droeg mijn hele leven al mijn muziek en mijn filosofie.

Wat voor schoenen draag je tijdens het orgelspelen? - Orgel schoenen 

 

 

 

vrijdag 15 augustus 2025

Mijn ondankbaarheid

Er wordt je altijd veel gegeven, maar ontvangen is toch weer iets anders. Ik weet niet zeker of me dat altijd goed gelukt is. Het heeft ook te maken met de dreiging die uitgaat van mannen. Zo had ik op de muziekschool in het begin vaak les met twee meisjes die het moeilijk vonden. De leraar schold hen uit waar ik bij zat en schoof mij naar voren als het goede voorbeeld: 'Kom Anton, laat ons eens horen hoe je dit stuk speelt!'

Al vroeg word je gewaarschuwd voor mannen die je snoepjes aanbieden. Aan de andere kant is er ook verbijsterend veel vertrouwen in mannen die bij de goede kringen horen. Zo mochten mijn vrienden en ik zonder problemen op bezoek bij een man van het kerkbestuur die ons ontving in pyjamabroek. Hij draaide platen, en hield verder zijn handen thuis (of ik moet het wel erg goed verdrongen hebben). Ik mocht ook platen van hem lenen, vooral Strauß en Stolz.

Mijn leraar op de muziekschool was een gevoelige man. Ik kwam er voor electronisch orgel, maar hij voelde al snel aan dat ik meer had met Bach. Een paar jaar later schakelde hij me in als organist bij het kerkkoor dat hij dirigeerde, en bij de nachtmis begeleidde ik een mis van Haydn met een moeilijke orgelpartij, in een stampvolle kerk. Mijn leraar had een moeilijk leven, zijn vrouw was omgekomen bij een ongeluk. Daarna kreeg hij iets met een Brabantse. Ze kwamen bij ons in de straat wonen, hij gaf me zijn zwarte puntschoenen om goed pedaal te spelen en veel muziekboeken. Later verhuisden ze naar Brabant, hij raakte aan de drank en kwam vroegtijdig aan zijn einde.

Dit komt weer boven nu ik de roman van Elif Shafak aan het lezen ben over een jongen met bijzondere talenten uit een arm milieu in het negentiende eeuwse Londen. Echt iets voor Dickens, ik verwacht al dat er iemand in het water zal verdwijnen en er weer uit zal herrijzen (zie ook deze blog). Talent brengt je ergens, maar brengt ook zijn problemen met zich mee. De jongen probeert soms te zwijgen als hem wordt gevraagd zijn kunsten te vertonen, maar daarvoor heeft hij dan weer weinig talent. Zwijgen is niet altijd een optie als er iets in je praat, als iets in je het overneemt.

Dat geldt zeker voor muziek, muziek is bij uitstek iets in je dat het van je overneemt. Het brengt je in vervoering. Dat is niet altijd goed voor je, en ook niet goed voor de muziek. Zo kon ik vroeger al niet van muziek afblijven, ook niet van muziek die te hoog voor mij gegrepen was. Ik speelde het, en verpestte daarmee mijn hele discipline, en raasde dwars door alle afspraken die ik met mijn pianoleraar had gemaakt. 

Dat is zeker ook een belangrijke factor van dat merkwaardige fenomeen 'muziek van een afstand' dat in deze blogserie ter bestudering voorligt. Muziek raakt op afstand doordat je er niet van af kunt blijven, je speelt zonder je druk te maken om discipline, geduld, afspraken. Daarin schuilt ondankbaarheid. Er wordt je veel gegeven, maar je was misschien niet in staat om het te ontvangen. Of zou er niet ook onwil in schuilen? Was mijn ongedisciplineerdheid niet ook een manier om me te verzetten tegen de druk die me werd opgelegd?

Hoe dan ook, nu ik inzie hoe de afstand tot de muziek ook ooit voortkwam uit een innerlijke drang, lukt het me beter om het 'onmuzikale' te zien in de muziek met een goede reputatie. Zo speel ik weer eens de sonates van Beethoven. Inez vindt het maar getimmer, het spreekt haar niet aan (ook niet als ik haar laat horen hoe de fantastische Igor Levit die sonates speelt). En aangezien muziek bedoeld is om de afstand te overbruggen, openbaart de subjectieve ervaring denkelijk iets van die muziek zelf. Als Beethoven overkomt als getimmer, dan is het ook getimmer.

Dan is het dus ook niet per se mijn schuld. Er moet altijd al iets van onschuld hebben gezeten in die kinderen die zich zo ondankbaar betoonden in de muziekles. Het grote merendeel kon niet aan de verwachtingen voldoen. Misschien hebben we iets te gauw de neiging om die vervelende ervaringen te overstemmen met allerlei andere, met aandacht voor de talenten, met aandacht voor de muziek die de slechtere leerlingen wel konden spelen en met aandacht voor didactische methodes die een stuk vriendelijker zijn. 

Onschuld, aantrekkelijke onschuld... Ik wil niet suggereren dat mijn leraren van vroeger eigenlijk pedofiel waren, of sadist. Het waren overwegend aardige, nette mensen, en hun vernederend gedrag paste in de cultuur van die tijd, al mijn leraren op school waren ook zo. Ze waren dus, ook als ze wel pedofiele of sadistische neigingen hadden, of zelfs vooral dan, in staat tot zelfbeheersing, tot cultuur. Dat is wat ze me gaven, en waarvoor ze mijn dank blijven verdienen, ook al weet ik niet of ik die kan geven.

In de roman van Shafak wordt de getalenteerde jongen door zijn gewelddadige vader gebracht naar een drukkerij, waar hij mag werken en in aanraking komt met boeken. Zijn vader is alcoholist en slaat hem, echt een karakter dat past in dat Dickeniaanse Londen. Ik weet nog niet hoe het verdergaat, maar voor de betekenis van cultuur maakt dat misschien niet zo veel uit. Cultuur kan in leven blijven via kwaadaardige mensen, en die mensen in een licht zetten waardoor ze onze dankbaarheid verdienen. En dus minder kwaadaardig worden, in onze ogen.

DESIRING MACHINE

Mijn orgelpunt - Wittgenstein over muziek

Om goed muziek te kunnen spelen of beluisteren moet je niet te veel nadenken. Daarom kan het heel goed zijn dat mijn afstandelijke verhoudin...