dinsdag 1 oktober 2019

De strauß van André Rieu

André Rieu werd zorgvuldig gebracht door zijn vader. Die heb ik een paar keer zien optreden met zijn Limburgs Symfonie Orkest, met dezelfde afkorting als dat van Londen. Het is in Limburg altijd belangrijk hoe groot je bent. Het is niet alleen een constatering, het is ook je verantwoordelijkheid, die van de symbolische vader jegens zijn kinderen.

Vanochtend bleek de verhouding tussen senior en junior opnieuw niet erg hartelijk. Het is dus van belang dat junior dat compenseert. Zo gaat hij rond door zijn stad. Hij kiest voor zijn volk, de mensen die met hem op de foto willen. Er treedt symbiose op.

Je zou dit allemaal fascistisch noemen wanneer het over politiek ging. De kritische journalisten moeten van Rieu maar achter een boom gaan zitten wanneer ze niet willen mee lachen en huilen. Of anders zet hij hen voor schut op het podium. Maar het is geen politiek. Rieu gaat rond door de wereld. Hij gaat door diepe dalen en over steile hoogten. En wij met hem, op afstand.

Ben je erbij, dan is die afstand er niet, tenzij je zonodig kritisch moet zijn. Of dus die vader. De vader bezocht ooit een concert van zijn zoon, in Heerlen of all places, en vertrok halverwege. Hij schreef een brief aan zijn zoon waarin hij toch afstandelijk diens grootheid erkende. Een brief! Een bizarre omkering van de brief van Kafka aan zijn vader. Of je beschouwt alle concerten van junior als een gigantische stapel brieven aan zijn vader.

De vraag moet dus luiden: hoe kunnen we op afstand bij André Rieu junior zijn? Regelt hij op een nog onvermoede wijze zelf voor ons die afstand zodat we niet in de symbiose verdwijnen? Voor mij is dat wat je enigszins bloemrijk zou kunnen betitelen als de bloembos (strauß) aan herinneringen. In mijn herinneringen klapt steeds de connectie met Rieu junior open zodat zich keer op keer de afstand ontvouwt.

Zo zijn er de diverse stations waar Strauß-walsen ten gehore werden gebracht. Leiden Lammenschans op 1 januari, blikken geluid. Heerlen voormalig station, André Rieu klinkt door de speakers om de junks te verdrijven. De walsen beschikken over exorcistische kracht.

Andere herinnering: André Rieu senior dirigeert het vioolconcert van Tsjaikovski, met wijlen Herman Krebbers als solist. Ik zit er als kersverse vijftienjarige met vader en vrienden, de kitscherige melancholie van het concert dringt volledig tot me door. Je moet kind zijn om van Tsjaikovski en Strauß te houden, en later kun je altijd weer terugvallen op de herinnering voor het juiste melancholische gevoel. De herinnering wordt een afstand die keer op keer wordt doorkruist. In melancholie ga ik via de zoon naar de vader, en via de vader naar de zoon.

Derde herinnering, derde aspect van de afstand die me van Rieu scheidt terwijl ik erbij ben. Het is jaren negentig, carnaval, ik ben met vrienden in Maastricht. Op maandagochtend loop ik, brak en al, langs het Onze Lieve Vrouwenplein. Daar speelt het Maastrichts Salonorkest, met de jonge Rieu als grote inspirator. Dit is Maastricht zoals ik het me voorstel, het beetje chique Maastricht. Inmiddels heb ik deze dagen ook het proletarische Maastricht gezien (kettingbieren om vijf uur 's middags), en het toeristische Maastricht (bonte fruitversierinkjes op de hoeden). Ik ben kortom de passant, zoals ook Rieu zelf zo vaak de passant is. 'Hallo!'

Herinneringen, daarin schuilt het effectieve tegengif tegen de symbiosedwang van Rieu. Ik ontsnap uit het moment, keer terug naar het verleden, en hoor de muziek op afstand, exorcistisch, melancholisch en in het voorbijgaan.

Afbeeldingsresultaat voor andré rieu senior







Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het geluk van de film Maestro

Wat ik hier zeker ook probeer te doen is achterhalen waar de titels van mijn blogseries op slaan (als ze al ergens op slaan). Ze zijn min of...