woensdag 15 mei 2024

Voorbij

Ik val in bij de Koningin Elisabethwedstrijd viool halve finales. Het Vierde Vioolconcert van Mozart klinkt. Twee commentatoren reageren onmiddellijk. 'Ik ga dit nooit vergeten, is dit wel oké?' 'En is dit de plek om deze risico's te nemen?' 'Ongetwijfeld niet, maar dit gaan we onthouden!'

Ik moet meteen terugdenken aan Olli Mustonen, hoewel die geen violist is maar pianist. Ook die onderscheidde zich door het nemen van risico's, je moet iets doen om op te vallen.

Even een paar motieven noemen die bij zo'n type onderneming kunnen meespelen:

1) Zoals gezegd, je moet je onderscheiden, anders kun je het wel schudden voor de eerste prijs.

2) Je moet je onderscheiden, daarmee win je waarschijnlijk niet, maar het is het ideale plan B.

3) Je speelt alsof je steeds ineens invallen krijgt, korte boog bij lange noten of andersom. Je doet alsof je improviseert, de compositie van Mozart lijkt ineens een improvisatie, en deze improvisatie imiteer je.

4) Er wordt over je gepraat, je probeert iets, dat is wat je wilde en dat kan het maximaal worden.

5) Mijn oudtantes waren nonnen bij Brussel, en stuurden me soms krantenstukjes over het Elisabethconcours. Ze vertelden aan mijn vader dat een winnaar van het concours een paar jaar later hun klooster kwam bezoeken. Het was een soort hemel waar ik mee in contact stond.

Deze lijst kun je oneindig uitbreiden, maar ik zit niet op de juiste plek om het recht daarvoor op te eisen. Ik kan hier geen oneindige lijsten opstellen. Ik kan hier een rol spelen die past binnen het kader 'muziek van een afstand', mijn afstand in dit geval tot het Koningin Elisabethconcours, zeker ook de afstand van dit type wedstrijd tot de muziek zelf, de muziek los van de wedstrijd-setting, muziek pur sang.

Mijn droom is dat we via de wedstrijd in contact komen met de muziek pur sang, en vervolgens die muziek gaan luisteren alsof er geen wedstrijd bij zit, de musique hors concours.

Nog mooier: deze violist (Dmitry Smirnov) die met zijn spel tegen de randen aandrukte van de idee wedstrijd, die misschien ging verliezen, die het risico nam, die vast en zeker - zeker en vast - ging verliezen, en al verliezend ging zien wat het nu eigenlijk was, dit vioolconcert van Mozart. Precies dit concert, het stuk muziek dat er was, het was ergens, misschien best ver weg van waar wij waren, voor de tv, met andere tv-programma's die ook opstaan, met onze oortjes, om de muziek op afstand te houden.

Alles welbeschouwd houden we niets over, er heeft vast iets geklonken, het is voorbij.

zondag 12 mei 2024

Probeer bang te zijn - Schönberg in de film The Beast

Als wij naar de film gaan, is het meestal een moeilijke film. Bij een film betekent moeilijk vaak ook pretentieus. Een simpel gegeven - man en vrouw voelen iets voor elkaar - wordt zo uitgewerkt dat er van alles tussenkomt. Er wordt losjes verwezen naar andere moeilijke cultuuruitingen. Zo lijkt het of die cultuuruitingen een uiterlijke laag vernis vormen, bedoeld om de simpele kern voor gedistingeerde bezoekers acceptabel te maken.

Films helpen je om in je eigen tijd te landen, om jezelf beter te doorgronden zoals je beweegt in je eigen tijd. Er moet dus ook in mij iets zijn waardoor ik gehecht ben geraakt aan het vernis, niet per se als betekenisrijkdom, maar om mezelf toe te staan gewoon te kunnen kijken naar een man en een vrouw die iets voor elkaar voelen.

Tegenwoordig komt het vernis ook tot uitdrukking in de lengte van films. Zo zaten dochter Frederiek en ik gisteren tweeënhalf uur te kijken naar The Beast. De film gaat over een man en een vrouw die iets voor elkaar voelen, maar er komen allerlei complicaties bij, zoals wantrouwen, technische mogelijkheden om de pijnlijke kanten van gevoel te vermijden (AI) en obscure boodschappen van waarzeggers. Je wordt meegesleept in een cultureel labyrint, met Henry James, David Lynch, Puccini en - vandaar deze blog in deze serie - Schönberg.

Arnold Schönberg staat bekend als de Oostenrijkse componist die begin vorige eeuw de tonaliteit achter zich liet, atonaal ging componeren. Tegelijk geldt hij voor veel mensen als de componist die de emoties in zijn muziek hoog opstuwde, totdat ze als het ware implodeerden. Bij Mahler kwam dat tot uiting in lange symfonieën, Schönberg overtrof dat nog met zijn Gurrelieder, maar implodeerde daarna met korte, heftige pianostukken, atonaal, soms vluchtig, soms met obstinate motieven die worden aangezet vanuit de linkerhand.

In de film is Gabrielle pianiste. Ze bekent dat ze Schönberg moeilijk vindt om te spelen. Niet vanwege de technische complicaties, maar omdat het moeilijk is om hem met gevoel te spelen. Gabrielle heeft het sowieso moeilijk met haar gevoel. Anderzijds heeft ze ook een directe toegang tot haar gevoel, omdat ze het moeilijk heeft, bang is met name. Ze vreest dat er een ramp zal gebeuren. En angst is toch wel het gevoel, gekoppeld aan verwachting van iets ergs, dat je bij Schönberg ook vaak tegenkomt, denk maar aan zijn drama Erwartung. De angst lijkt betrekking te hebben op iets in de buitenwereld, maar gaat natuurlijk veel meer over iets in jezelf, of - misschien nog wel erger - iets in je huis, in jezelf als het huis waarin je woont, met kamers die je niet goed kunt afsluiten, of misschien wel niet wil afsluiten. Freud stond in Wenen en Parijs altijd om de hoek.

Ik moet dus ook bekennen dat ik in mezelf iets heb wat ik opzocht en uit de weg ging, en wat te maken had met Schönberg. Ik bestelde toen ik zeventien was zijn boeken en ging het spelen. Op tv was ik onder de indruk van Mozes en Aaron, de onvoltooide opera waarin Mozes wel de wet van God ontvangt, maar die niet kan communiceren, 'O Wort, o Wort das mir fehlt!' Uiteindelijk bleef ik het meest hangen bij het sterielere pianostuk van Anton von Webern, vriend van Schönberg, met zijn Variationen opus 27. Ik speelde het op een voorspeelavond in de muziekschool, maar ook bij een podiumavond op school, natuurlijk met boegeroep. Ook voor mijn pianoleraar op het conservatorium, die vond dat ik het nogal afstandelijk speelde. Ik heb dus niet kunnen doordringen tot de emotionele kern van deze muziek, net als Gabrielle in de film.

Misschien heb ik net als zij ook wel een directe toegang tot mijn emoties, juist vanwege mijn angsten. De angsten brengen blokkades teweeg, en misschien zijn die blokkades, anders dan Freud en mijn therapeute dachten, niet alleen maar negatief. Misschien moet ik zeggen: doordat ik mijn blokkades ben, heb ik directe toegang tot mijn angsten. Daar kun je je vervolgens weer aan hechten. In de film is dat vertaald in de problematiek van AI. Stel dat je dna gezuiverd kan worden door een simpele medische ingreep, zou je daar dan niet voor kiezen? Of zou juist dát het meest angstwekkende zijn? Hoe dan ook, deze situatie lijkt me win-win. Als je samenvalt met je angsten, en met je blokkades, dan kun je jezelf altijd redden, door je weerstand tegen AI of juist door het op te zoeken.

Mooi is de openingsscène van de film. Gabrielle moet een scène spelen, waarbij ze door een beest wordt aangevallen. Ze kijkt heel bang, met een groot mes in haar hand. Er zijn verder geen beelden, alleen lege wanden, de beelden worden er later in gemonteerd. Het schijnt dat actrice Léa Seydoux toen ze later de film zag moest huilen, niet vanwege het begin overigens, maar vanwege het einde, dat ik hier niet ga verklappen. Zo valt de actrice samen met haar rol, je kunt in een drama spelen zonder het te voelen, zonder te zien waar je bang voor was. Je doet je best om je bang te voelen.

The Beast' Starring Lea Seydoux Sells in U.K., Italy

Muziek binnenstebuiten

Leuk is het programma Binnenstebuiten, zo net na het eten. Al meteen hoor je die leuke begintune met dat hoketusritme. De onderwerpen worden...