dinsdag 9 juli 2019

Ik heb het tenminste geprobeerd - De film Whiplash

Muziek heeft iets in zich wat vraagt om het uiterste. Andrew slaat zich verrot op zijn drumstel in de film Whiplash. Hij heeft dan ook een heel goede leider. Die zegt pas aan het einde, à la Karakter, dat hij de nieuwe Charlie Parker niet wilde verhinderen. Het tegenwerken was meewerken. Dat vraagt om risico's. Je moet jongelingen durven vernederen en tegen elkaar opzetten. Niets is goed genoeg om alles eruit te halen wat erin zit. Wat je hebt gezien is de drive die je in Andrew hebt gezien.

Er is dus iets tussen muziek en opvoeding. Opvoeden wil zeggen dat je potenties ontmoet. Dat blijven potenties, als je er niet iets mee doet. Niets ermee doen wil zeggen dat je schouderklopjes geeft: 'good job!' zeg je dan. Prima gedaan. Maar prima is geen Charlie Parker. Charlie Parker stond op toen er een bekken naar zijn keel werd gegooid. Er moet bloed vloeien, anders heb je niet de doodsangst die je nodig hebt.

'Als je dood bent, heb je geen last van stress,' zegt een filosoof op het Nationale Stress Debat op Omroep Max. Je moet dus dood, leert de film Whiplash. Pas dan durf je de stress aan die je nodig hebt om te shinen.

Het geblaf van leider Fletcher roept zijn reacties en neveneffecten op, behalve doodsangst ook relativering. 'Hij is een blaffende hond, kijk er doorheen', zeggen ze tegen Andrew. Wat mij niet ombrengt maakt me sterker, het is juist de bedoeling dat we opstaan tegen de blafhond.

Intussen raakt de muziek op afstand. We zien Andrew drummen, sneller, nee sneller! Het bloed spat rond. De bandleden raken van de wap, Fletcher gaat toch even twijfelen, heeft hij er wel goed aan gedaan om Andrew zijn plaats te geven?

Ik had ooit een orgelleraar die me zijn zwarte schoenen gaf zodat ik beter bij die pedalen kon. Hij kwam in onze straat wonen om onze huisvriend te worden. Hij gaf me lessen samen met meiden die wanhopig huilden. Dat is niet vol te houden, uiteindelijk maakte deze door mij zeer geliefde man een eind aan zijn leven.

Hij had niet erg veel talent. Er is dus een verschil tussen drive en talent. Je moet een zeker tekort aan talent hebben om die drive te voelen en aan te wakkeren. Ooit moet in mij de tegenreactie begonnen zijn, zoals in de grote meerderheid van talenten die lange tijd drive voelen. Erik, twee jaar ouder dan ik, die de Pathétique snel, precies en gepassioneerd speelde, ging scheikunde studeren. Ik haakte stukje bij beetje af bij het begin van de Regendruppelprélude. Het ging om de houding, zei mijn leraar. Houding, zo begreep ik, is de houding die je inneemt nog voordat je een noot hebt gespeeld. Ik speelde een maat. Nee, zei mijn leraar, doe de eerste noten. Nee, de eerste noot. Nee, de houding.

Het komt neer op de houding. Muziek op afstand. Eerst maar eens die houding.

Afbeeldingsresultaat voor whiplash movie blood

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het geluk van de film Maestro

Wat ik hier zeker ook probeer te doen is achterhalen waar de titels van mijn blogseries op slaan (als ze al ergens op slaan). Ze zijn min of...